Jan Vermeer

Verhalen die de ziel raken

  • Blog
  • Boekwinkel
  • Boek extra’s
  • Contact
You are here: Home / Blog / Het levensverhaal van Yong Sook uit Noord-Korea (1)

Het levensverhaal van Yong Sook uit Noord-Korea (1)

juni 7, 2013 by Jan Vermeer Leave a Comment

De inval

Het leven van Kim Yong Sook begon in 1951 in een Chinees dorp. Het eindigde bijna 46 jaar later in een Noord-Koreaanse cel. Ze is ervan overtuigd dat ze haar leven dankt aan een opmerkelijk gebed. “God heeft altijd over me gewaakt. Toch zou ik mijn leven graag overdoen en mensen echt lief hebben.” Deel 1 – De inval.

Noord-Korea propagandaDe familie Kim verhuisde naar Noord-Korea toen Yong Sook zeven was. Het moederland riep. Een communistische heilsstaat was de droom. “We kregen een huis toegewezen in het centrum van hoofdstad Pyongyang, dicht bij het huidige treinstation. Het werd op dat moment nog gebouwd en ik speelde met steentjes op de bouwplaats. Het was een mooie tijd. De indoctrinatie was nog niet echt begonnen.”

Yong Sooks ouders waren geen christenen. “Maar mijn grootouders wel. Ik herinner me mijn opa’s, die spraken over vreemde zaken terwijl ik huiswerk aan het doen was. Ze spraken over de wederkomst en over een man die Esau heette en zijn geboorterecht weggaf vanwege één maaltijd. Dat moet een lekkere maaltijd geweest zijn, dacht ik.”

Op een dag in 1964 kwam een man naar het huis van Yong Sook. Hij sprak met haar vader en opa over een geheim christelijk netwerk en dat ze zich moesten registreren als ze gered wilden worden. Dat is tenminste zoals Yong Sook het zich herinnert. “Mijn opa en vader maakten er ruzie over. Mijn vader wilde absoluut niet op die lijst, maar mijn grootvader wel. Later kwam ik erachter dat mijn opa de discussie had gewonnen. Misschien was dat omdat de leider van de groep een oude kennis uit China was.”

Het zwaard valt

Drie jaar later viel het zwaard van Damocles op de familie. “Het was vroeg in de ochtend. Mijn moeder was bezig het ontbijt klaar te maken toen iemand op de deur klopte. Ik schuifelde erheen op mijn pantoffels en opende de deur. Direct banjerden vijf politie-agenten naar binnen. Ze deden niet eens hun schoenen uit! Ik was in totale shock. Iedereen was bang. We waren verlamd van angst. Niemand kwam naar me toe om me te troosten. We moesten de hele dag in een hoek van het huis staan. De agenten leken op zoek te zijn naar een dik boek. Ik dacht dat daar dan een pistool in verstopt lag of zo. Dat was niet zo. Ze waren gekomen omdat de namen van mijn opa en vader op de lijst stond van de ondergrondse kerk. Ze zochten naar een Bijbel. Het hele christelijke netwerk leek te zijn ontmaskerd. Die dag werden velen christenen gevangenen. Mijn opa en vader ook.”

Yong Sooks 83-jarige opa werd snel weer vrijgelaten. “Vanwege zijn hoge leeftijd had hij een goede kans om weer naar huis te mogen. Hij loog en gaf mijn vader de schuld van alles. De politie geloofde hem en liet hem gaan.”

De maanden die volgden, waren zwaar voor de achterblijvers. “We leefden in angst. Iedere dag kon onze laatste zijn in ons mooie huis in Pyongyang. En waar was mijn vader? Leefde hij nog? Wat zouden ze met ons doen? Deporteren naar een politiek concentratiekamp? Iedereen wist bovendien dat we ons land hadden verraden. De hele maatschappij keerde zich tegen ons. En maandenlang kwam de politie iedere paar dagen naar ons huis om een verhoor af te nemen bij mijn moeder. Ze moest op haar knieën zitten en alle vragen beantwoorden.”

Zes maanden na zijn arrestatie werd Yong Sooks opgeroepen om naar de binnenplaats van de gevangenis te gaan. Er stonden ongeveer 140 mensen. Voor de eerste keer zag hij de gezichten van de andere leden van het christelijke netwerk waar hij op papier toe behoorde. In werkelijkheid geloofde hij niet in Jezus Christus. De gevangenispoort ging langzaam open en alle gevangenen mochten naar buiten lopen. De menigte kwam in beweging, maar plotseling begonnen de bewakers de namen af te roepen van gevangenen die terug moesten keren naar hun cel. Yong Sook’s vader had ontkend dat hij Christus kende, evenals ongeveer de helft van de andere gevangenen. Zij mochten gaan, de anderen stierven waarschijnlijk in hun cel.

Zonder waarschuwing vooraf, stond Yong Sooks vader plotseling weer voor het huis in Pyongyang. “We schrokken ervan om hem te zien. Hij was vel over been. We konden zijn hele skelet zien. Mijn vader was meer dood dan levend. Hij heeft nooit echt gesproken over zijn ervaringen in de gevangenis, maar hij kwam terug als een andere man, stil en depressief. Voor zijn arrestatie was hij manager op het treinstation. Nu moest hij bagage dragen. Hij was ook erg bang.  Zouden ze opnieuw voor hem komen?”

Zijn thuiskomst had misschien nog wel de meeste impact op zijn vader. “Vanaf de dag dat mijn opa zijn zoon weer zag, heeft hij geen woord meer gesproken. Zo schuldig voelde hij zich. Hij kon zelfs niet naar mijn vader kijken.”

Volgende week deel 2 van dit verhaal: ‘De verbanning’.

Filed Under: Blog, Noord-Korea, Verhalen uit de Vervolgde Kerk

Geef een reactie Antwoord annuleren

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Blog posts

  • Bijzondere lessen van de vervolgde kerk speciaal voor deze ‘coronatijd’
  • Waarom het zo lang stil was… en een uitnodiging
  • Het verhaal achter ‘Stille Nacht’
  • Maakt het verschil wat ik doe voor de Vervolgde Kerk?
  • Hoe is het om te werken met Noord-Koreaanse vrouwen?
  • Algemene voorwaarden
  • Privacybeleid

Contact

  • Jan@schrijver-janvermeer.nl
  • Twitter
  • Facebook

Copyright © 2021 · Author Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in