Gastblog van Open Doors-collega Naomi Winter
“Ik had nog nooit bloed en dode lichamen gezien van slachtoffers van de oorlog, tot gisteren. Het mortiervuur zorgt voor zoveel angst, dat vergeet je je leven niet meer.” Ik zit aan de telefoon met Hanna*, de vrouw van een voorganger in de Syrische hoofdstad Damascus. Ik moet drie keer opnieuw bellen, omdat de telefoonverbinding heel slecht is. De kerk van Hanna’s echtgenoot is één van de kerken die samenwerkt met Open Doors in het verspreiden van noodhulp aan slachtoffers van de burgeroorlog in Syrië. Eén van de projecten die worden ondersteund door de Muskathlon, een sponsorevenement georganiseerd door Open Doors en de Vierde Musketier.
Hanna woont in een appartementencomplex op de vijfde verdieping. Ze vertelt dat mortiergranaten sinds een aantal dagen ook bij haar in de straat terechtkomen. Eerder die week is een school doelwit. Eén kind overleefde de aanval niet en 61 mensen, leerkrachten en kinderen, raakten gewond. “We hebben de kinderen aan het einde van de dag meegenomen naar de kerk. Dan zie je die lijkbleke gezichtjes van angst voor je. En je vertelt: ‘God is goed, Hij is erbij.’ We praatten nog wat en langzaam maar zeker zie je de kleur en glans terugkomen op hun gezichten. Dan weet ik weer welke taak ik hier heb en waarom ik hier ben: voor de kinderen.”
Maar in het gesprek laat ze ook wel doorschemeren dat ze zich grote zorgen maakt om haar twee eigen kinderen. Tienermeiden, voor wie Hanna eigenlijk geen toekomst meer ziet in Syrië. Hanna uit haar wanhoop, haar frustratie en haar angst. “Als ik eerlijk ben, denk ik er ook wel eens over om weg te gaan. Ik wil niet dat mijn dochters hier groot worden. Maar als je diep in mijn hart kijkt, zie je dat ik het haat om Syrië te moeten verlaten. De toekomst is zo donker. Het is vechten, vechten, continu vechten. Ik bid dat God ons duidelijk maakt wat we moeten doen.”
Ik luister naar Hanna, maar kan maar moeilijk woorden vinden om terug te zeggen. Ze bedankt voor alle gebeden die voor haar en haar gezin worden opgezonden. Dat zijn de lichtpuntjes in de duisternis, zegt ze. We zeggen gedag en hangen op. Ik ben even stil, wat voelt dit onwerkelijk. Er komt een soort van leegte over me heen en ik voel me verdrietig. Machteloosheid overheerst. Ik stap zo in mijn auto, rijd naar huis en kan genieten van een paar vrije dagen. Van familie, vriendschap, vrijheid. Terwijl zij daar zit in angst. Angst om haar man en kinderen, angst om haar kerk, angst voor de dag van morgen. Ze vraagt me nog speciaal te bidden voor hun Paasdienst op zondagochtend. “Als er dan mortieren op de kerk vallen, is de ramp niet te overzien.”
Ik moet eerlijk zeggen dat ik geniet van mijn vrije dagen. Maar Hanna spookt regelmatig door mijn hoofd. Ze spookt door mijn hoofd als ik op Paasochtend in de kerk zit en er zoveel mensen binnenkomen dat er stoelen bij moesten worden gezet. Ik denk: wat zou er gebeuren als hier nu een granaat naar binnen zou worden gegooid? Ze spookt door mijn hoofd als het orgel ‘Christus onze Heer verrees’ inzet en de tweede zin me kippenvel bezorgt: ‘Heil’ge dag na angst en vrees’. Angst en vrees? Hanna houdt op dit moment een kerkdienst in angst en vrees.
In het weekend tik ik nog snel een tweet waarin ik de situatie van Hanna schets en oproep tot gebed. Ik realiseer me dat ik niet machteloos ben, maar dat ik wel degelijk iets kan doen. Ik weet hoe ik Hanna kan helpen. Door zelf te bidden, maar ook door haar verhaal te vertellen en gebed voor haar te vragen. Hanna, deze blog is voor jou.
Naomi Winter werkt bij Open Doors en reist mee naar Israël om verslag te doen van de Muskathlon. Ze houdt een weblog bij over wat ze meemaakt in aanloop naar en tijdens de Muskathlon.
* Hanna heet in werkelijkheid anders. Om veiligheidsredenen wordt haar echte naam niet vermeld. Lees ook mijn vorige blog over Hanna: ‘God is dichtbij maar ik ben zo moe’.
Geef een reactie