Jan Vermeer

Verhalen die de ziel raken

  • Blog
  • Boekwinkel
  • Boek extra’s
  • Contact
You are here: Home / Bijbel / Maakt het verschil wat ik doe voor de Vervolgde Kerk?

Maakt het verschil wat ik doe voor de Vervolgde Kerk?

november 19, 2018 by Jan Vermeer

Vandaag wil ik iets met je delen over een jarenlange worsteling van mij. Het is een strijd waar veel mensen mee te maken hebben. Misschien jij ook wel. We zetten ons in – vaak met hart en ziel – voor vervolgde christenen. En toch wordt de vervolging alleen maar erger, lijkt het.

En toch… God heeft me dit jaar iets laten zien wat ik niet voor mogelijk had gehouden. Dat ieder van ons verschil maakt. Om je dit uit te leggen, neem ik mee naar India.

De duisternis die over het dorp in Centraal India was gekropen, zou de man voor het raam van Kusum niet kunnen tegenhouden. De jonge weduwe keek naar buiten en herkende haar schoonvader die daarbuiten stond en de bijl losjes heen en weer zwaaide.

‘Het is jouw schuld dat mijn zoon dood is! Het is jouw schuld dat mijn kleinzoon dood is! Je hebt ze vermoord met dat giftige geloof van je! Kom naar buiten! Ik hak je in stukken!’ Kusum trok zich terug in een hoekje en wachtte tot de Heer zou ingrijpen of haar zou thuishalen.

Kusum is amper anderhalve meter lang. Toch was haar verhaal mijn ultieme nachtmerrie.

Zoals je weet, ben ik schrijver voor Open Doors. Ik ben naar Afrika, het Midden-Oosten en Azië gereisd om vervolgde christenen te interviewen. Mijn verhalen hebben miljoenen mensen geïnspireerd om te bidden voor en te geven aan vervolgde christenen.

Niet dat ik belangrijk ben. God gebruikt ook veel andere mensen. Ik verdien het niet om op hetzelfde platform geplaatst te worden als de mensen over wie ik schrijf. Er is geen reden om tegen me op te kijken. Ik ben net als jij. Ik woon in een relatief vrij land waar niemand me bedreigt als ik naar de kerk ga.

De politie neemt mijn bijbels en christelijke boeken niet in beslag en ik word niet gekidnapt door extremisten.

Toch heeft God me in Zijn wijsheid uitgekozen voor deze taak om de verhalen van vervolgde christenen op te tekenen. Nogmaals, niet omdat ik zo goed ben dat Hij me nodig heeft en zeker niet omdat ik zo moedig ben. De reden is dat God weet dat mijn geloof vaak breekbaar is. Ik heb de inspiratie en voorbeelden van mijn vervolgde broeders en zusters nodig.

Maar soms zit ik om woorden verlegen. Toen ik met Kusum sprak, dacht en bad ik de hele tijd: ‘Wat kan ik tegen haar zeggen dat haar zal bemoedigen? Wat moet ik bidden? Maakt het enig verschil?

Natuurlijk. Ik kan haar verhaal opschrijven met de vaardigheden die God me gegeven heeft. Ik weet zeker dat veel broeders en zusters voor haar zouden bidden.

Na het interview bad ik met haar. Het voelde als een gebed dat door God geleid werd (al kan ik me niet meer herinneren waar ik voor gebeden heb), maar hoewel Kusum na elke zin die voor haar vertaald werd ‘amen’ zei, had ik niet het gevoel dat ik veel voor haar had gedaan.

Gefrustreerd door de taalkloof, probeerde ik haar op te vrolijken door haar foto’s te laten zien op mijn telefoon. Foto’s van mijn kinderen, terwijl zij amper een maand geleden een zoon had verloren…

Wat haalde ik me in mijn hoofd?

Ik nam afscheid van Kusum en haar vriendin. Ik ging naar huis, naar een land waar mensen me misschien uitlachten omdat ik christen was, maar waar ze me niet zouden slaan. En als ze dat wel zouden doen, kom ik ze achter de tralies laten zetten.

Kusum ging terug naar een dorp dat haar verachtte, waar iedereen haar straffeloos kon vermoorden.

Als ik heel eerlijk ben, leefde zij het leven dat ik vreesde. Een leven waarin niemand je wil. Een leven waar de mensen die je het meest liefhebt sterven. Een leven zonder toekomst. Ik wilde haar zo graag helpen dat ik bijna wenste dat een van mijn kinderen was gestorven (een gedachte waar ik me vreselijk schuldig over voelde…), alleen om haar te kunnen vertellen dat ik wist wat ze meemaakte.

Ik had natuurlijk geen keuze. Ik ging naar huis en deed wat ik moest doen. Ik deelde het verhaal van Kusum met vrienden en familie en tijdens gebedsbijeenkomsten in de kerk.

We baden.

Ik schreef haar verhaal, zoals ik haar beloofd had, en we gebruikten het om er geld mee op te halen om Kusum en andere christenen in India te kunnen helpen.

We hadden gegeven.

We hadden onze plicht gedaan – ik had mijn plicht gedaan – en nu moest ik weer verder met mijn leven, toch?

Maar pasgeleden had ik een foto van haar nodig voor een presentatie voor mijn werk. De snelste manier om er eentje te vinden was door haar naam gewoon te Googlen. Tussen de zoekresultaten zag ik een tekening van haar staan. Hij was gepind op een bord op Pinterest. Dat prikkelde mijn nieuwsgierigheid. Ik kom me niet herinneren dat we als Open Doors een tekening van Kusum hadden laten maken.

Na een zoektocht op internet kwam ik erachter dat de tekening was gemaakt door een Nederlandse kunstenares genaamd Mara en ik nam contact met haar op.

‘Wat een ongelooflijke bemoediging dat je “toevallig” mijn tekening tegengekomen bent’, zei ze. ‘Door verschillende psychische moeiten kan ik niet werken. Ik heb geleerd om mezelf creatief uit te drukken en steeds vaker merk ik dat God mijn werk gebruikt om anderen te raken. Ik ben ervan overtuigd dat God mijn gaven wil gebruiken voor Zijn Koninkrijk.’

Ze heeft een groot hart voor de vervolgde kerk. ‘Soms teken ik mensen uit het Open Doors-blad. Zoals ik al zei is dat voor mij een manier om mezelf te uiten. Tegelijkertijd bezwaart het me ook. Ik heb in mijn eigen leven veel te maken gehad met onzekerheid en angst en de confrontatie met het lijden van anderen eist soms zijn tol.’

‘Te veel denken aan de vervolgde kerk kan me verlammen. Maar als ik me richt op God, dan brengt me dat dichter naar Hem toe.’

‘Wat zie je als je naar haar foto kijkt?’, vroeg ik.

‘Ze is een prachtige vrouw. Je kunt de pijn op haar gezicht lezen, maar haar hele houding straalt vertrouwen uit. Ik ken die pijn en gebrokenheid uit mijn eigen leven en ik probeer om te vertrouwen, net zoals Kusum doet.’

Kort na dit gesprek ging ik terug naar India. Ik had speciaal gevraagd of ik Kusum weer kon ontmoeten, om te horen hoe het met haar ging. Ik hoopte echt dat ze zich mij herinnerde. Ik wilde weten of onze eerste ontmoeting enige impact had gehad.

Of onze gebeden en giften een verschil hadden gemaakt.

Toen zij de kamer binnenkwam waar we wachtten, leek alles en iedereen te gaan stralen. In haar ogen fonkelde vreugde en haar glimlach betoverde alle aanwezigen. Alles aan de in helderrood geklede vrouw… straalde gewoon.

Ik vroeg haar hoe het met haar ging. ‘Heel goed. Ik ben zo blij je weer te zien. De afgelopen twee jaar na onze ontmoeting zijn goed geweest. Mijn schoonfamilie maakt het me nog steeds moeilijk. Maar ik ben niet verdrietig of gedeprimeerd. Wanneer zij me vervolgen, bid ik. Gebed maakt me sterk en ik weet dat anderen ook voor me bidden.

In zeven zinnen maakte ze een eind aan al mijn twijfels.

In het uur dat volgde, legde ze uit dat haar schoonvader haar nog steeds bedreigde, maar haar nooit lichamelijk te lijf ging. Ze had baantjes gekregen en verloren. Mensen scholden haar uit, maar wanneer ze zich gestrest voelde liep ze het dorp uit om een rustig plekje te zoeken en gewoon te bidden.

Ze is ongeletterd en kan de Bijbel niet lezen, maar toch spreekt God tot haar.

‘Hij vertelt me altijd dat Hij voor me zorgt. Hij geeft me wat ik nodig heb en geneest mijn kwalen. Alle mensen in het dorp zijn jaloers op me. Ze hadden gedacht dat ik als een ongelukkige, arme weduwe zou eindigen. Maar ik ben rijk en verheug me in God. Daar heb ik geen geld voor nodig.’

‘Wat heeft je naast onze gebeden bemoedigd en je geloof levend gehouden?’, vroeg ik.

‘Jullie achterban. Telkens als ik erg omhoog zat, heeft God door hen heen voorzien. Hij heeft een partner van Open Doors naar me toegestuurd met boodschappen toen ik niets te eten had. Ik ben zo dankbaar voor jullie allemaal. Jullie waren er toen de nood hoog was. Daar wil ik jullie voor danken. Heel erg bedankt. Ik ben zo dankbaar.’

Ik vroeg haar of ze een brief wilde schrijven naar Mara en anderen die voor Kusum gebeden hadden en haar ondersteund hadden. ‘Ik kan niet lezen of schrijven’, herhaalde ze.

‘Zou je hem willen dicteren?’

Ze knikte.

Dit is haar brief.

Mijn lieve broeders en zusters,

Het is nu twee jaar geleden dat jullie vertegenwoordigers van jullie kerk stuurden om mij te bezoeken. In die tijd was ik in shock. Ik had mijn man en mijn vijfjarige zoon verloren. Het enige dat ik nog had waren mijn ouders, mijn zoon van negen en een paar andere christenen.

Mijn dorp stond niemand toe om me te helpen bij hun begrafenis. ’s Avonds kwam mijn schoonvader naar mijn huis met een bijl. Hij gaf mij de schuld van de dood van mijn echtgenoot en mijn zoon.

‘Jij hebt ze vermoord! Jij en dat giftige geloof van je!’

Het enige dat ik kon doen was in een hoekje kruipen, bidden en afwachten wat er ging gebeuren. Het enige dat ik niet kon doen was Christus verraden. Ik heb hem nooit verraden.

Ik kan niet zonder Jezus. Hij is zo goed voor me geweest. Hij heeft voor me gezorgd toen ik niets had. Hij heeft mijn ziekten genezen. Elke keer dat ik bedreigd word omdat ik Hem volg, trek ik me terug op een veilige plek en bid ik. Ik kan niet lezen of schrijven. Ik heb geen bijbel. Maar ik bid tot de Heer en dat geeft me troost. Ik weet dat ik niet alleen ben.

Dat weet ik, omdat jullie voor me gebeden en me gesteund hebben. Veel van mijn dorpsgenoten zijn jaloers op me. Ik zou een arme weduwe moeten zijn. En ik heb niet veel geld. Net genoeg om van te leven. Maar ik ben zo rijk, omdat ik Jezus ken en door Jezus ben ik verbonden met jullie. Toen ik niets te eten had, hebben jullie iemand van de Indiase kerk gestuurd om me te eten te geven.

Daar wil ik jullie voor danken. Dankzij jullie heeft mijn geloof deze tragedies overleefd.

Veel zegen vanuit India.

Kusum

‘Dankzij jullie heeft mijn geloof deze tragedies overleefd.’ Na mijn eerste ontmoetingen in India heb ik mezelf afgevraagd of het enig verschil maakte wat jij en ik deden. Ik heb twee jaar lang met die vraag geworsteld en het antwoord was een klinkende ‘ja’. Ja, het maakt een verschil wat wij doen. En dat is maar een van de dingen die de vervolgde christenen in India en andere landen me geleerd hebben.

Ik heb onlangs een boek geschreven met daarin het verhaal en de lessen uit het leven van Kusum en andere vervolgde christenen.

Dat boek, met de titel ‘Alleen een gebroken hart kan een gebroken wereld genezen’ is een reis naar India, naar het hart van vervolging en naar het hart van Jezus. Het is een rijke verzameling van twaalf geestelijke lessen die ik geleerd heb tijdens mijn reizen naar India. Je hebt net de eerste gelezen.

Verder kun je lezen over Vipur die ternauwernood een moordaanslag overleefde en af en toe de dader tegenkomt op de markt, omdat de politie hem niet wil arresteren. En je krijgt een inkijkje in mijn gesprek met de negentienjarige Reena die werd gekidnapt en die door God op wonderbaarlijke wijze werd genezen van haar trauma. Zij brengt Indiase kinderen nu christelijke waarden bij.

Je maakt kennis met christenen die vervolging hebben weerstaan en gelovigen die onder de druk bezweken. Uit elk verhaal kunnen we lessen trekken over God en het leven. Aan het eind van elk hoofdstuk nodig ik je uit om de diepte in te gaan door te reflecteren op het verhaal en een relevant Bijbelvers. Let op: het zijn pittige vragen in de stijl van Open Doors-oprichter Anne van der Bijl.

Ik hoop dat de verhalen van de vervolgde christenen in India je leven zullen verrijken. Boven alles bid ik dat je Jezus zult tegenkomen in dit boek, net als ik Hem iedere keer ontmoet wanneer ik in de ogen van een (vervolgde) broeder of zuster kijk.

Zoals je van me gewend bent, zitten er bij beide versies de nodige bonussen. Daarover lees je meer op mijn website. Klik hier voor de paperback-versie en hier voor het eBook. Bestel vóór vrijdag als je de bonussen wilt ontvangen.

In Christus verbonden,

Jan Vermeer

Filed Under: Bijbel, Blog, Boeken, India

Blog posts

  • Bijzondere lessen van de vervolgde kerk speciaal voor deze ‘coronatijd’
  • Waarom het zo lang stil was… en een uitnodiging
  • Het verhaal achter ‘Stille Nacht’
  • Maakt het verschil wat ik doe voor de Vervolgde Kerk?
  • Hoe is het om te werken met Noord-Koreaanse vrouwen?
  • Algemene voorwaarden
  • Privacybeleid

Contact

  • Jan@schrijver-janvermeer.nl
  • Twitter
  • Facebook

Copyright © 2021 · Author Pro Theme on Genesis Framework · WordPress · Log in